In 2005 zag ik de Suicidal Birds voor ’t eerst en was meteen verkocht. Vooral zangeres/ gitarist Jessie viel op door haar enorme gedrevenheid. Vrij kort daarna organiseerde ik optredens en toertjes voor hun en anno 2021 kwam ik erachter dat ik ze eigenlijk nog nooit geïnterviewd heb. Hieronder het relaas van Jessie zelf.
Ik ben opgegroeid met muziek, De radio stond altijd aan, er was een valse piano in huis waarop ik probeerde dingen na te spelen, en we werden soms meegenomen naar festivals waar ik urenlang bij mijn vader op zijn nek zat te kijken naar bands, zodat ik daarna nauwelijks kon lopen omdat mijn beentjes zo afgekneld waren. Ik vond het geweldig.
Ik heb een paar jaar klassiek gitaarles gehad, een goede basis, vingers oprekken tot onmogelijk, bas en melodie tegelijk spelen, ik heb er nog steeds profijt van.
Eigenlijk ben ik altijd al met muziek bezig geweest, vooral liedjes bedenken, tapes vol half afgemaakte nummers had ik, maar het was het nooit helemaal.
Ik heb niet in heel veel bandjes gespeeld. Het eerste bandje waar ik ook in zong was Ragna. Ik durfde eigenlijk niet te zingen, dus ging ik maar schreeuwen. Ik heb dat nooit helemaal afgeleerd.
Op een gegeven moment kocht ik een Fostex 8 sporen taperecorder, ik prutste wat nummers in elkaar met gitaar, bas, casio keyboardje en een drumstel. Chay (mijn ex-partner in crime) Hielp me met een drummachientje en een opname programma op de computer, dat was toch iets handiger.
Chay vond het zo goed klinken, dat ze bedacht dat we er wel een band van konden maken, het leek haar handig alvast optredens te regelen, want antwoorden op mails konden nog wel even uitblijven. Ze stuurde ook een mailtje naar Arnold de Boer, die we niet kenden, maar omdat hij ook uit Friesland kwam en nu in Amsterdam woonde leek het ons een goede zet.
Arnold heeft het aan Marcel van het platenlabel Transformed dreams laten horen, en toen hadden we plotseling cd-presentatie in de kleine zaal van Paradiso, dus hebben we gauw een band bij elkaar gescharreld en 6 weken keihard geoefend. Daar was The Suicidalbirds.
Het cd’tje werd ook bij de BBC gedraaid dus al gauw konden we ook naar Londen om daar een radio sessie te doen en een heleboel optredens overal en nergens volgden.
Een van de gekste dingen vond ik, om mijn eigen muziek, s ‘avonds als ik aan het werk was, op de radio door de metaalfabriek te horen galmen, toen we een klein hitje met Summersetsun hadden bij de VPRO.
De band werd al gauw een duo. Omdat ik alles toch al alleen opnam met drumcomputer, was het relaxter om met z’n tweeën door te gaan.
We hebben drie platen uitgebracht. Marcel van Transformed dreams is misschien wel eens wat nukkig geweest, maar het plan om de eerste plaat zo snel uit te brengen, zijn drive en zijn visie, zijn wel geniaal. We hebben er heel veel aan gehad. De andere 2 platen zijn op Tocado uitgekomen.
Het is een hele drukke tijd geweest, we hebben ongelofelijk veel gespeeld, bijna ieder weekend één of meer optredens. Een bergtop in Zwitserland, een leeg zwembad in Bretagne, AB in Brussel (als support-act voor Dinosaur jr.) waar je een verrekijker nodig had om je bandleden te zien, Swaff waar je onder het spelen opzij moet stappen omdat je de weg naar het toilet versperde, Van Zagreb naar Sidderburen, thuiskomen en gelijk weer aan het werk in de metaalfabriek omdat het onderhoud van het tourbusje toch wat meer koste dan dat de muziek opbracht. Na 5 jaar was ik er wel klaar mee.
Toevallig had ik nog een banjo. Ik hou erg van rammelige Blue Grass en folk, dus maakte ik per ongeluk weer wat liedjes en een drumding van een kistje zodat ik er ook bij kon drummen met mijn voeten.
Ik had geen zin meer in versterkers en snoertjes, dus vroeg ik Eva van Dijk, bassist in veel Groningse punkbandjes, (Link, Human corosion, Youth deprivation) of ze nog mensen kende die zin hadden iets akoestisch te proberen, En toevallig had Eva net een viool gekocht om eens iets nieuws te leren. We vonden er nog wat mensen bij en daar was Shoe eating rabbits, met natuurlijk ook een eerste optreden binnen een maand.
Shoe eating rabbits bestaat nog steeds, ik ben er na 3 jaar mee gestopt omdat ik het te druk had.
Nono and the sinkingship, – ik, als one man band- bestond toen ook al een beetje en nu nog steeds. Soms bedenk ik weer nieuwe nummers, zijn er wat optredens of een klein tourtje. Dan weer heb ik het te druk met verbouwen, kunstwerken lassen, schip onderhoud etc. En nog steeds werk ik bij een metaalbedrijf.
Af en toe speel ik nog wel met de Rabbits mee, of alleen met de accordeonist J.R Bathoorn, en soms met een ander Gronings bandje The Shit Faced Mermaids, of de Amsterdamse Bucketboys zijn op hetzelfde feestje en helpen mij mee meer lawaai te maken. Dat is wel het leuke van dit genre, zulke dingen gaan gewoon wat makkelijker zonder al die apparatuur.
Met banjo schrijf ik ook makkelijker teksten. Bij de Suicidalbirds had ik nauwelijks tekst, het ging meer om klank, maar bij banjo is het leuk om foute, veel te voor de hand liggende rijm te gebruiken, bij andere muziek vind ik dat vaak erg irritant.
De laatste tijd speel ik af en toe op straat, dat voelt echt anders dan op een podium, dat je niet gevraagd bent om te spelen en de meeste mensen gewoon voorbijlopen is een beetje vreemd. Gelukkig blijft er ook wel eens iemand staan luisteren.
Nog steeds pruts ik soms wat met elektrische gitaar en drumcomputer. Ik mis het om met veel herrie op een podium te staan, janken met een gitaar, schreeuwen en rare geluidseffecten. Maar voor alsnog heb ik er het geduld niet voor om er echt wat van te maken.
https://nonomusicart.com/